Als ik seks heb dan doe ik dat voor het raam met de
gordijnen open. Om die reden heb ik het bed verplaatst van de slaapkamer naar
de woonkamer. De gedachte alleen dat ik daar op mijn rug lig met een man tussen
mijn gespreide benen maakt me helemaal gek. Het gaat zelfs zó ver dat ik geen
idee heb waardoor ik klaarkom: de man die zijn best heeft gedaan, zijn
imposante jongeheer die in mij bezig is geweest of het idee dat de kantoormedewerkers
van het accountantsbureau in de kantoortoren tegenover mijn appartement de seks
vanaf de eerste tot de laatste seconde hebben kunnen volgen.
Tijdens de seks glijd ik helemaal weg in mijn eigen
wereldje. De man die op dat moment seks met mij heeft, heeft seks met een
lichaam waar de geest uit is verdreven. De vrouw met wie hij seks heeft kreunt
, hijgt en puft. Ze neemt elk standje aan die hij zich wenst. Maar daar is dan
ook alles mee gezegd. Die geest – die overigens wel door het appartement blijft
zweven - kijkt naar beneden, waar de drukke ochtendspits in de stad zijn weg
probeert te vinden. De natte straten; mensen die zich een weg banen door de menigte.
Sommigen beschermen zich op deze vroege ochtend tegen de regen. Verkeer
stopt voor het stoplicht waarna een mensenmassa
het zebrapad trotseert. Mensen die op weg zijn naar hun werkplek.
Ik weet dat de medewerkers van de kantoortoren tegenover
mijn appartement van achter hun bureaus als de eerste de beste voyeurs opgewonden
zitten te gluren. Ik weet dat vergaderingen worden opgeschort en telefoontjes
onderbroken. Ik weet dat alle medewerkers van het accountantsbureau
verrekijkers en filmcamera’s hebben geïnstalleerd om mij te volgen. Ik weet dat
ze klaar zitten met hun telefoontjes en tablets, en de filmpjes op het internet
gooien. Maar het kan me allemaal niks schelen. Ik geniet van iedere seconde dat
ik daar lig in de wetenschap dat deze loonslaven van het kapitalisme van achter
hun bureaus naar mij kijken. De kleinburgerlijke slaven met hun saaie leventje mogen
voor een hongerloontje aan rijkaards uitleggen hoe zij hun miljoenen kunnen
wegsluizen naar belastingparadijzen. Ze weten zich geen houding te meten. Sommigen
voelen zich gênant, sommigen genieten en anderen proberen heel stoer te doen.
Zesentwintig ‘full HD’ camera’s hangen er rond mijn bed. In
de nachtelijke uurtjes monteer ik de beelden tot een flitsende film waar
Hollywood jaloers op zal zijn. De kantoortorens zijn leeggelopen. De straten stil.
De stad slaapt maar ik ben wakker. Slapen doe ik nog maar zelden. Tevreden staar
ik naar de computer. Ik neem nog een slok van mijn glas witte wijn. In de verte
schallen sirenes van ambulance, brandweer of politie door de nacht. Geluiden
die horen bij de stad. Het filmpje verdwijnt in de krochten van het internet,
waar mannen zich aftrekken op de beelden van mijn naakte lichaam. Mannen die ik
niet ken. Mannen die mij niet kennen.
Het kan me allemaal niets meer schelen sinds ik een half
jaar geleden de hoofdprijs in de loterij het gewonnen: vijftien miljoen euro.
Ik ben nog geen veertig en ik hoef nooit meer te werken. Geen saaie
vergaderingen meer. Ik ben nu zelf zo’n rijkaard. Geen negen tot vijf baan
meer. Geen files onderweg van mijn huis naar kantoor. Het huis heb ik verkocht.
Ik woon nu in dit appartement op drie hoog, tegenover het accountantskantoor
waar ik elf jaar geleden mijn eerste uurtjes maakte.
De zon komt inmiddels weer op boven de stad. Een nieuwe
dag is begonnen. Beneden op straat verschijnen de eerste loonslaven weer. Bij mij
gaat de deurbel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten