Het is weer zo’n nacht dat ik niet in slaap kan komen. Wat ik ook probeer; luisteren naar de radio, het lezen van een boek, in mijn kamerjas ronddolen door het huis… Niks wil lukken. Plotseling schiet me te binnen dat ik nog geen avondwandeling heb gemaakt. In de frisse avondlucht denk ik dagelijks voor het slapengaan na over wat er die dag allemaal is gebeurd. Het is ijskoud buiten. Ik zet mijn gedachten op een rijtje en maak mijn hoofd leeg. Soms vergezeld door een sigaret of wat. Ik denk na over de toekomst en heel soms ben ik in gedachten bij mijn moeder, die vier jaar geleden het leven heeft gelaten. Het ommetje geeft me rust en de broodnodige beweging. Dat zal het ei van Columbus zijn!
De wandelroute is al twaalf jaar dezelfde. Mij vallen daarom nauwelijks nog details op. Een verdwaalde kroegtijger. Een auto die op hoge snelheid zijn bestemming opzoekt. Bootjes dobberend in de Trekvaart. Lege bankjes op de kade. De stad slaapt.
Op één van de laatste bankjes zit een man die direct mijn aandacht trekt. Hij murmelt vóór zich uit en staart in de leegte. Hele gesprekken komen er uit zijn mond. Ik hoor hem wel doch is de afstand te groot om te verstaan wat hij zegt. Ik vraag me af tegen wie hij praat want er is verder niemand in zijn directe omgeving aanwezig. Ik ga naast hem zitten. Oudere man, brildragend… leeftijd van mijn vader schat ik. Ik vraag hem wat hij hier midden in de nacht doet. Hij kijkt me aan met een blik alsof ik dat niet had mogen vragen. Zijn ogen glijden langs mijn lichaam. Alsof hij me aanraakt. Na het overhandigen van een sigaret raakt hij aan de praat. Hij is hier voor zijn bedrijf. Maar het bedrijf wil maar niet van de grond komen en hij denkt erover om ermee te stoppen. Zeven jaar ligt daar, wijzend naar het water. Mijn ogen glijden langs zijn lichaam. Zijn hand met daarin de sigaret beeft. Zijn hele lichaam geeft. Ik ook. Wat hij nodig heeft is een opwarmertje. Net als ik overigens. Een borrel?
Mijn huis is niet berekend op bezoek. Niet in het holst van de nacht. Ik vraag hem zich er niet aan te storen. Zittend in de hoek van de bank steekt hij nog een sigaret op en ik overhandig hem een glas rum. Hij kijkt me vragend aan: Waarom heb ik mijn jas nog aan? Pas dan realiseer ik me dat ik mijn kamerjas heb geruild door deze manteljas. Hieronder heb ik niks aan; ik ben helemaal naakt. Dus sta ik naakt vóór hem met alleen nog laarsjes aan. De sigaret en het glas rum gaan weg en ik beland in zijn schoot. Zijn blouse gaat uit en daarna de rest van zijn kleding. We vallen op de bank. Onze tongen vinden elkaar rap. Daarna vreet hij mijn borsten één voor één helemaal op. Zijn hoofd gaat tussen mijn benen; zijn tong tussen mijn lippen. In het volgende standje pijp ik hem totdat zijn jongeheer ervan gaat glimmen.
Hij belandt bovenop me. Ik wil wel verder. Hij mag best naar binnen. Seks is gezond, beweging is goed. Maar als hij naar binnen wil dan niet zonder regenjas om zijn inmiddels glimmende pik. Hij knikt, staat op en biedt aan in de avondwinkel hier vlakbij condooms te kopen. Ik schaam me. Tijdens het aankleden bied ik wel een miljoen keer mijn excuses aan. Als hij straks terug is dan maak ik alles goed. Hij mag dan alles met me doen, zo lang hij wil, als hij me maar geen pijn doet. Eigenlijk moet ik gaan maffen omdat om zeven uur de wekker weer gaat. Maar fuck die baan maar even. Fuck die vriend van me. Fuck de hele wereld! Hij knikt instemmend en snelt de deur uit.
De rust keert weder. Daar lig ik dan; poedelnaakt, één been op de grond en één been steunend op de armleuning en nog altijd met laarsjes aan. Tijdens een hijs aan een nieuwe sigaret staar ik naar het plafond en zet de gebeurtenissen van vannacht op een rijtje. Wat zeg ik straks tegen mijn collega’s? Wat vertel ik mijn vriend? Hoe zou het trouwens voelen, een pik van een kerel van dik twee keer mijn leeftijd in me? Ik staar naar het horloge op het tafeltje naast me. Drie uur ‘s nachts. Mooi ding, dat horloge. Zwart, mooie wijzerplaat… Grappig eigenlijk dat ik al twaalf jaar vrijwel iedere avond hetzelfde rondje loop. Grappig eigenlijk dat ik in die twaalf jaar er nooit over heb nagedacht midden in de nacht een vreemde man op te pikken om daar vervolgens mee seks te hebben. Hopelijk komt hij snel terug zodat we het af kunnen maken. Ik kom overeind om de eerste as in de asbak te legen. Mijn hoofd maalt verder.
Grappig ook eigenlijk dat mij in diezelfde twaalf jaar is mij nog nooit een avondwinkel opgevallen.
Iemand nog een herenhorloge nodig?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten